zondag 18 januari 2015

Het leven zoals het is: Indonesië

Solo – Jepara – Kudus // 27 december 2014 – 7 januari 2015 // Soundtrack by Flogging Molly
Met slechts een uurtje treinrijden ligt Solo aangenaam dicht bij Yogyakarta. Beide delen de titel cultuurhoofdstad van’t land, al komt hier, in groot contrast met Yogya, amper bezoek: er hang teen rustig en ontspannen sfeertje in de lucht. Niemand ligt ervan wakker ons iets te verkopen, de riksja-bestuurders blijven slapen wanneer we er voorbij lopen en geen mens verlangt een foto van ons!

Solo is sympathiek, heeft echter geen grootse bezienswaardigheden. Daarom maken we met een student uit onze homestay een vrolijke fietstocht op’t platteland. We bezoeken een grote bakkerij, een gamelon-smederij, een rijstwijn-brouwerij en een Batik-fabriek.
De bakkerij (met licht andere hygiene-voorschriften
als bij ons).
 









































2x smeden van een "gong"

































2x 't Platteland.



















B
ij deze laatste laten we ons verleiden tot een Batik-workshop. De precieze reden daarvoor weten we beiden niet echt. Misschien hoort het bij het reizen in het land der Batik-kunst? Misschien ook simpelweg omdat het zeer goedkoop is? Engels spreekt hier opnieuw niemand dus moeten we tijdens de workshop improviseren en trial-and-error gewijs experimenteren. Het resultaat daarvan is een kustwerk die recht uit de kleuterklas lijkt te komen..
Zo doen wij het...






































En zo de professionals...

















Kermis in Solo.





















Wanneer we zoals altijd op’t laatste nippertje de reisplanning opmaken stellen we vast dat we wat creativiteit zullen nodig hebben. Een tip bij het reizen door Indonesië: kom liever niet in de plaatselijke vakantieperiode. Ons oorspronkelijk volgende doelwit was met de vulkaan Bromo een van de meest bezochte plaatsen op Java en kort navragen wijst uit dat we niet enkel geen betaalbare kamer vinden, maar er ook geen plaatsen op trein of bus zijn.
We zien er zwaarder uit dan we zijn.


















Spontaan veranderen we de richting en rijden enkele uren naar Jepara, in Java’s noorden. Het is stikdonker als we aankomen en doordat dit stadje niet in onze reisgids staat, de politie van toeten nog blazen weet en zelfs de riksja-bestuurders het bij de woorden “Hostel, hotel, losmen, homestay??” horen donderen in Keulen verliezen we elk gevoel van oriëntering en zijn hopeloos. De mensen die we om hulp willen vragen krijgen al paniek (onze beheersing van Bahasa Indonesia is niet om naar huis over te schrijven) nog voor we er een woord uitkrijgen en draaien zich om. Gelukkig kunnen we – zoals altijd – op het toeval rekenen. De waarschijnlijk enige beide andere buitenlanders in Jepara zien ons – samen met onze rugzakken – vertwijfeld rondlopen, hebben medelijden en herkennen de situatie (hun zoektocht naar een slaapplaats duurde enkele uren de dag voordien). Ze geven ons een lift op hun brommer en brengen ons naar een nagelnieuw, mooi en goedkoop gasthuis. Aansluitend koken ze een heerlijke maaltijd voor ons. Nasdrovje!

Nadat onze kerst al zeer rustig verliep, laten we ook de grote oudejaarsdrukte (niet dat er vette party’s waren in dit oord) zijn voor wat het is. Euforisch over de keuken die we mogen gebruiken (voor het eerst sinds maanden) verbrengen we de avond met koken van een driegangen eindejaars menu. Na eeuwig zoeken in elke uithoek van de stad vonden we welgeteld één frigo met bier: in een klein Chinees restaurantje slagen we erin enkele flessen over te kopen. Jep, de avond kon niet meer stuk!

Doordat we ons niet meer verder over de vakantie willen ergeren beslissen we hier nog enkele dagen uit te rusten. Jepara is bekend voor zijn kunstvol handgesneden meubelen, waarbij men deze arbeid in een van de vele ateliers bekijken kan. Verder is het hier vooral stil.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

 
In onze filosofie over het leren kennen van een land staat ook dat we ons niet enkel op de toeristenmagneten concentreren, maar ook de doodnormale doorsneesteden wel eens een bezoekje kunnen brengen. In dit opzicht maken we nog een verdure tussenstop in Kudus. Hier bezoeken we de grootste sigarettenfabriek van Indonesië: Djarum Kretek. We zien honderden vrouwen naast elkaar sigaretten rollen… per hand! Een ambacht zoals het in Europa niet meer bestaat. Een dergelijk productieverloop is vermoedelijk enkel mogelijk in een land waar arbeidskracht zo goedkoop is als hier. De vrouwen hebben een prestatiegericht contract en zijn waanzinnig snel. Doch als je weet dat een pakje minder als een euro kost dan weet je ook dat zelfs de snelste vrouwen geen al te vette pay-check kunnen verwachten..










































3x Keep on rolin' baby..




















Tot slot mijn favoriete gebruiken in het Indonesiche dagdagelijkse leven:
1. Streetfood (vooral 's avonds)
2. Riksja's (vooral met bestuurders die soezend wachten op klanten)

Tegen de vooravond komen ze te voorschijn.


















































































































 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten