zondag 22 februari 2015

Tempels enzo.

Bangkok – Ayuthaya – Sukhothai // 20 Januari – 2 Februari 2015 // Soundtrack by Sisters of Mercy

In Bangkok wanen we ons in Singapore’s kleine broertje, een achterkomertje die ons een stuk sympathieker voorkomt als zijn grote, snobistische en veel te propere voorbeeld. Met het oversteken van de landsgrens duiken we andermaal onder in een nieuwe wereld. Thailand is boedhistisch en op de straten zien we nu in de plaats van gesluierde vrouwen talloze monikken in hun oranje gewaden. De Thais zijn op het eerste zicht een terughoudend, rustig en zeer hoffelijk volk. Een interessant gegeven is trouwens dat dit het eerste land is die we tijdens deze reis bezochten die.. nooit gekolonialiseerd werd door Europeanen.

BOODSCHAP TUSSENDOOR: De foto's zijn eindelijk online geraakt!
In Indonesië leerden we enkele weken geleden Tony kennen (beter gezegd, lunchten een tiental minuten samen onze nasi goreng), een Amerikaan die sinds vele jaren in Bangkok woont. Prompt nodigde hij ons uit bij hem thuis. Enkele weken later werden we verwelkomd als oude vrienden, kunnen zo lang blijven als we willen (wetende dat Bangkok nog twee maal een tussenstop wordt zeer handig), doen onze was en laten wat spullen liggen die we in de komende maand niet nodig hebben. Thanks Tony, voor je vrijgevige spontaniteit!
De tijd in Bangkok vergaat, zoals in elke grootstad, snel. We regelen ons visum voor Myanmar, krijgen platvoeten van onze lange wandelingen, bezoeken een handvol “Wats” (tempelcomplexen) en eten ons door de menukaarten van dit nieuwe land. Het eten in Thailand is niet enkel bijzonder lekker, ook de manier waarop deze gespijsd wordt bevalt ons uitermate. Men zit per groep rond een tafel, neemt uitgebreid de tijd en bestelt verschillende dingen die dan in het midden van de tafel komen en waarvan men Tapa-gewijs kan nemen waar men zin in heeft. Zeer gezellig. Per twee bestellen we natuurlijk ook altijd te veel, maar daar weten we wel raad mee.


























































































In het authentische Chinatown krijgen we een goede indruk van hoe het er in China aan toe gaat (vermoeden we). Het culinaire aanbod bestaat uit ondefineerbare, glibberige dingen die enkel met Chinese tekens verklaard worden. Enkele dingen die naar het Engels vertaald worden zijn haaienvinnen- & vogelnestsoep. Beide zijn precies zo duur als men van een delicatessen verwacht.


































Thailand is een koninkrijk, en daar kan men tenminste in Bangkok niet naast kijken. Staatsoverste sinds 1946 (negentienhonderzesenveertig!!) is koning Bhumibol Adulyadej. Omdat niemand dit ook maar kort zou onglippen hangt aan zo goed als elke hoek van de stad zijn portret. Graag in overdreven versierde gouden kaders of bogen en immer in buitenaardse formaten. Op vele foto’s herinnert hij aan een heilige of een paus.













































Een andere rode draad door de stad zijn de vele gouden, blinkende, prachtige tempels. Omdat het onmogelijk is ze allemaal te bezoeken beperken we ons tot de belangrijkste. In onze volgende stops, Ayuthaya en Sukhothai staan namelijk ook hoofzakelijk tempels op het programma: zij het dan ruïnes. We zien er zo veel dat we al na enkele dagen een weekje ruïnenpauze inlassen.

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Tempel-goud, een 42m lange, liggende Boeddha.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Tempel-fietstochten.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Tempel-ruïnes.
 
 
 
 
 
 
 
\
 
 
 
 
 

















Tempel-poses



















Tempel-picknick.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Het reizen zelf is hier eenvoudig, oncomplex en aangenaam. Bussen zijn super-georganiseerd & comfortabel, prijzen staan vast, de straten zijn in een betere toestand als de E40 en de hostels zijn zeer goedkoop, gemakkelijk te vinden en tegelijkertijd proper & mooi. Men vindt altijd iemand die Engels spreekt, en wanneer niet dan komen de handen & voeten goed van pas. Deze luxe heeft echter zijn prijs. Thailand moet met voorsprong een van de toeristischte plaatsen zijn die we ooit bezochten. Ik ben me bewust van het feit dat het dwaas is zich als toerist over andere toeristen te ergeren. Meestal heeft het een goede reden dat veel mensen naar een bepaalde plaats komen. Bovendien is het net hoogseizoen dus met een iets betere voorbereiding hadden we kunnen weten wat ons te wachten stond.

Dan zijn er nog de leestekens, die ik op typografisch vlak zot mooi vind, maar waar ik in werkelijkheid kop noch staart aan krijg. Ook de uitspraak is een heus mysterie. Voor ons is het simpelweg ONmogelijk deze vreemde tonen uit te spreken, laat staan te begrijpen. We worden ingewijd en uitgelegd dat de toon “GI” 5 verschillende meningen kan hebben, naargelang hoe men die uitspreekt of benadrukt. Gi, gi, gi, gi en gi als het ware. Ook met de beste wil van de wereld horen we geen verschil. Zo kan het zeer makkelijk gebeuren, dat men iemand de weg naar de tempel vraagt – met zijn intonatie volledig de mist in gaat – en zonder het te weten iemand zit uit te schelden. Enfin, we houden het dan maar bij de basis: Kapunchan, bedankt.
:-)..




































Tempel-pauze..

Geen opmerkingen:

Een reactie posten