dinsdag 3 februari 2015

Vulkanen: ernaast, erop & d'rin

Probolinggo – Cemoro Lawang – Ijen Plateau – Ubud – Kuta // 7 – 17 Januari 2015 // Soundtrack by the Nightwatchman
Zoals wel vaker in Indonesië hebben we bij ons bezoek aan enkele vulkanen twee mogelijkheden. De ene is gemakkelijk, snel en comfortabel, maar tegelijk ook “duur”. De andere is complex, neemt veel tijd in beslag en is zeer low budget). In het kort: we moeten geld tegen tijd afwegen.

Omdat we meer tijd dan geld hebben (enfin, deze laatste goed samenhouden om het eerste zo lang mogelijk uit te rekken) opteren we – as usual – voor de vermoeiende variant die als volgt gaat: men wacht samen met de buschauffeur aan de voet van de berg zo lang tot men 15 personen heeft gevonden die dezelfde weg op willen en rijdt dan gezamelijk met de publieke bus naar boven. Dan kan een trip van goed 20 kilometer al eens een ganse dag in beslag nemen..
De volgende ochtend legt men dan het pad, dat de meeste anderen georganiseerd en netjes in een jeep doen, te voet af: opstaan om 3 uur ‘s nachts om de “zonsopgang” vanop een hoger gelegen viewing platform te bewonderen, naar waar men een uur of twee bergop moet lopen. Daar ziet men (we stootten ons al meermaals aan dezelfde steen) nevel, wolken en.. that’s it. Zodoende kruipt men rond acht uur teleurgesteld terug in bed en haalt nog enkele uren slaap in.
So be it, het tweede deel van de dag maakt alles goed. We steken de weide, vlakke zandwoestijn over die de vulkaan Bromo omringt en aan een surreaal maanlandschap herinnert. Aan de voet van de vulkaan klimmen we dan de trappen tot aan de rand hoog, waar we in de reuzachtige krater kunnen piepen. Net zoals ik me een vulkaan heb voorgesteld als kind komt er witte, naar zwafel stinkende rook naar omhoog. De tot op de dag van vandaag actieve Bromo is tot en met 2010 telkens weer uitgebarsten zodat het lang verboden was hem te beklimmen: we hebben geluk. Een verder voordeel van het zelfstandig verkennen is trouwens dat men de (zeer hoge) ingangsprijs niet moet betalen, simpelweg doordat men een andere weg neemt, niet aan het loket passeert en er geen mens geïnteresseerd in is. De lokale busmafia heeft er zelfs alle baat bij dat dit zo blijft.

Het maanlandschap rond Bromo.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Mt. Bromo.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Bromo's krater.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Leve Cercle!
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Na een mooie Bromo-trip komt nog een andere vulkaanervaring die nog lang & diep onder m’n huid zal blijven zitten. De beklimming naar de kraterrand is bij de Ijen-vulkaan langer, zwaarder en mooier. We krijgen trouwens afleiding: de ganse weg worden we begeleid door een groep arbeiders die IN de vulkaan zwavel verzamelen om die naar de buitenwereld te dragen. Een daarvan, Johny, spreekt goed Engels en geeft ons vriendelijk & ongedwongen een blik in zijn harde leefwereld. Uiteraard ging ie niet naar school en leerde Engels door het spreken met toeristen. Hoedje af. Johny – en zijn 349 collega’s, die allen twee koppen kleiner zijn als wij – gaat twee maal per dag op & af, vult zijn mandjes met 50 tot 70 kilogram zwavel en draagt die via een stok over de schouders naar boven uit de krater (30 minuten) en de tergend lange weg naar beneden (voor ons, ongeladen, al een weg van nog eens anderhalf uur). Wanneer ik deze kleine, tengere Indonesiërs zie kan ik me amper voorstellen dat deze krachtinspanning überhaupt fysiek mogelijk is. Hun last weegt zwaarder als hun lichaam. Bij deze onwaarschijnlijk harde arbeid verdient men overigens 900 Rupies (circa 6 eurocent) per kilo. Na twee ladingen van 60kg (wat minstens 10 uren duurt) krijgt men hoop en af 7 euro waarvan men niet enkel zichzelf onderhoudt, maar ook een vrouw, kinderen en ouders. Johny werkt ondertussen onophoudelijk sinds meerdere weken. Zijn familie woont te ver en om te slapen legt ie zich – alsof het niets is – ergens in een hoekje in de krater. Ondanks de rotsachtige, steile weg draagt hij niet eens vast schoeisel. Hij klaart de klus op flipflops.. Sinds zijn dertiende, net als zijn vader, die met een leeftijd van 64 en na 40 jaar carrière amper nog een dertigtal kilo kan dragen.

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
2x met lege manden tot de kraterrand.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Mt. Ijen's krater.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Niet voor het eerst sinds we reizen sta ik met een slecht geweten stil bij het leven. Voor het loon die we bij onze laatste job (in Townsville’s wasserij) per UUR verdient hebben moet deze brave man maar liefst DRIE volledige DAGEN werken en daarbij zijn gezondheid ruïneren. Enkel en alleen omdat ik toevallig in een land vol priveleges ben geboren kan ik al meer dan twee jaren onbekommerd en met een minimum aan financiële inspanningen rond de wereld reizen, terwijl anderen in erbarmelijke omstandigheden moeten vechten om te overleven.

Na ruim anderhalf uur bereiken we de kraterrand waaruit een dichte zwavelrook steigt. Een bord waarschuwt dat bezoekers verboden zijn op dit punt verder te gaan. Daarvoor moet men een dure toeristentoer in de vroege uurtjes boeken. Onze nieuwe vriend neemt ons toch mee naar beneden in ruil voor wat cash. Aangezien het geld langs deze weg niet naar de toerisme-mafia vloeit maar rechtstreeks in de binnenzak van de wel zeer dankbare Johny twijfelen we geen seconde om hem te volgen. Vreemd genoeg zijn we de enigen die minder oog voor het prachtige landschap hebben als voor het lot van enkele honderden mijnwerkers.
Samen begaan we de steile weg naar beneden en wijken daarbij constant uit voor de arbeiders, die met volgeladen manden in tegengestelde richting op ons toe komen. We klimmen tot bij het klare, appelblauwzeegroene, warme kratermeer waarnaast zwavel afgebouwd wordt (buiten de tot op het bot gaande ervaring is dit – in een vulkaan afstijgen – een heuse jongensdroom die uitkomt). Hier hakken de arbeiders met de hand het gele, pas gestolde zwavel uit de stenen – omgeven van een doordringende wolk aan giftig zwavelgas. Toeristen zijnde geeft Johny ons beschermende maskers. Het merendeel van zijn collega’s stelt zich echter tevreden met een sjaaltje..

Johny – hij gaf ons genoeg van zijn kostbare tijd – begint te hakken en stuurt ons terug naar boven met zijn werkmakker, die net volgeladen naar boven vertrekt. Wanneer hij halt houdt om zich te wassen spoort ie me aan om zijn lading eens op te heffen. Ik ben ruim een kop groter, en na een ultieme krachtstoot slaag ik erin mijn eigen lichaamsgewicht aan zwavel (amper) een minuut op mijn schouders te balanceren. Sjah. Overweldigend indeed..
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Tot de krater anderhalf uur leeg naar boven
In de krater 30 minuten leeg naar binnen of gevuld naar buiten.
Terug aan de kraterrand 1,5 - 2 uren terug naar de "echte" wereld.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

























Zware arbeid in giftige zwavelgassen.


















































































Voor de foto kan ik het nog net uithouden..
























Bij wijze van afscheid aan Indonesië verblijven we nog een klein weekje in Ubud, onze Balinese lievelingsstad en komen terug op krachten. Niet voor het eerst word ik ziek na het inademen van vulkaangassen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten